Toelatingsbeleid
De toelating van de (bijna) vierjarigen:
Voordat een vierjarige leerling start op deBuut, mag het vier halve dagen komen wennen in de groep.
Hiervoor wordt door de groepsleerkracht contact met ouders opgenomen. Zes weken voor het einde
van het schooljaar komen de vierjarigen niet meer vier halve dagen wennen, maar worden zij
uitgenodigd voor de wenochtend in de laatste week vóór de zomervakantie.
Wij willen kinderen zo goed mogelijk ondersteunen en begeleiden. Voor deze begeleiding is het van
belang om direct vanaf het begin goed geïnformeerd te zijn over de ontwikkeling van het kind en
mogelijke risicofactoren rond deze ontwikkeling. Daarom vindt er voordat een kind bij ons op deBuut
start, altijd een startgesprek plaats. Voorafgaand aan dit gesprek vragen wij de ouders van het kind een
intredevragenlijst in te vullen (zie website onder het kopje ‘kennismaking’). Deze vragenlijst vormt de
leidraad van het gesprek. Aspecten zoals gezinssamenstelling, voorbereiding op de basisschool, algemene ontwikkeling, motorische ontwikkeling, spraak- taalontwikkeling, sociaal emotionele
ontwikkeling en gezondheid komen aan bod.
Naast de startgesprekken werken we voor de voor- en vroegschoolse educatie nauw samen met de
peuterspeelzalen (voorscholen) en kinderdagverblijven. In geval van plaatsing op deBuut is er altijd
sprake van een (warme) overdracht. De informatie uit het startgesprek/warme overdracht wordt direct
meegenomen in de begeleiding en het aanbod voor het kind. Binnen ons team is er veel kennis en
expertise aanwezig waardoor we ook kinderen met een VVE-indicatie goed kunnen voorzien van een
passend aanbod. Na een periode van zes weken onderwijs volgt een evaluatiegesprek.
Wanneer een leerling van een andere school komt, volgen wij een stappenplan:
1. Wanneer ouders bellen voor een plekje, kijken wij eerst of er ruimte is in de groep. Wanneer er
geen ruimte is, kan het kind niet worden aangenomen.
2. Wanneer er wel ruimte is, geeft de directie informatie over de toelatingsprocedure.
3. De kwaliteitscoördinator neemt contact op voor een kennismakingsgesprek. In dit gesprek wordt
informatie gedeeld over het kind en wordt toestemming gevraagd voor het delen van de
gegevens.
4. De kwaliteitscoördinator neemt contact op met de huidige school om informatie op te vragen.
Wanneer er geen informatie is, neemt de kwaliteitscoördinator toetsen af bij het kind om het
niveau te bepalen.
5. De kwaliteitscoördinator legt alle informatie bij elkaar en overlegt met de leerkracht en
schoolleider.
6. Bij aanname belt de schoolleider ouders met positief advies. Ouders vullen een inschrijfformulier
in.
7. Bij afwijzing belt de schoolleider ouders met negatief advies.
Redenen voor afwijzing kunnen zijn: het kind verstaat geen Nederlands, er zijn onvoldoende
ondersteuningsmiddelen, er is een lopend traject op de andere school, er is sprake van schorsing of
verwijdering, er is een verwijzing naar het S(B)O en/of er is ernstige verstoring.
